Wapenfeit Solebay en Seneffe
Bij de zeeslag bij Solebay op, 7 juni 1672 is een hevige strijd geleverd, waarbij Willem Joseph Baron van Ghent dodelijk gewond raakte. Dit was de eerste zeeslag van de Derde Engels-Nederlandse Oorlog. De strijd eindigde onduidelijk, waarbij beide partijen de overwinning claimden.
De zeeslag bij Solebay
Een vloot van 75 schepen, 20.738 manschappen en 4.484 kanonnen van de Verenigde Provinciën, onder bevel van luitenant-admiraals Michiel de Ruyter, Adriaen Banckert en Willem Joseph van Gent, verraste een gezamenlijke Engels-Franse vloot van 93 schepen, 34.496 mannen en 6.018 kanonnen op anker in Solebay (tegenwoordig Sole Bay), nabij Southwold in Suffolk, aan de oostkust van Engeland.
Te laat
De Nederlandse hoofd vloot kwam te laat, voornamelijk door coördinatieproblemen tussen de vijf Nederlandse admiraliteiten, om een samenvoeging van de Engelse en Franse vloot te voorkomen. Het volgde de geallieerde vloot naar het noorden, die, zich hiervan niet bewust, bij Solebay binnenviel om opnieuw in te richten. Op 7 juni werden de geallieerden verrast en raakten in verwarring toen de Nederlandse vloot plotseling in de vroege ochtend aan de horizon verscheen. De Franse vloot stuurde naar het zuiden, gevolgd door de vijftien schepen van Banckert en beperkte zijn actie tot langeafstands vuur.
Verliezen maar overwinning
De verliezen waren aan beide kanten zwaar, Van Ghent werd getroffen door een granaatscherven die zijn linkerbeen onder de knie afschoot en zijn romp op vijf plaatsen doorschoot. Hij viel, zoals vlaggenkapitein Michiel Kindt in het logboek schreef, “hardtsteecken doodt voorover“.
Het Nederlandse schip, de Jozua, werd vernietigd en een ander, de Stavoren, buitgemaakt, een derde Nederlands schip kreeg een ongeval tijdens reparaties direct na de slag en ontplofte. De strijd eindigde onduidelijk bij zonsondergang. Beide partijen claimden de overwinning, de Nederlanders met meer rechtvaardiging omdat het Engels-Franse plan om de Nederlanders te blokkeren werd opgegeven.
Slag bij Seneffe
Onder leiding van stadhouder Willem III vecht een Duits-Nederlands-Oostenrijks-Spaans leger tegen een Frans leger bij Seneffe op 11 augustus 1674. Voor het eerst worden de mariniers op het land ingezet. 2 mariniersregimenten, zo’n 3.000 man, vormen de elite van de Republiek. De slag blijft onbeslist, maar vormt een morele opsteker. Hij staat in gouden letters op het vaandel van het korps.