Albert Hoeben
Op 25 maart 1945 trad Hoeben in dienst in Weert als oorlogsvrijwilliger bij het Korps Mariniers en werd opgeleid in de Verenigde Staten voor de nieuw te vormen Mariniersbrigade. Op 1 november 1945 werd hij tijdelijk korporaal.
Mariniersbrigade
Tijdens de oorlog wordt in 1943 de Mariniersbrigade in Amerika opgericht. Haar voornaamste doel: Nederlands-Indië, het huidige Indonesië, bevrijden van de Japanners. In Amerika gaat de gevechtsorganisatie van het Korps Mariniers op de schop. De mariniers worden naar modern Amerikaans model georganiseerd en getraind. Wat verdwijnt is de oude, sterk hiërarchische commandostructuur. Het wordt nu van onderofficieren verwacht in het gevecht zelfstandig beslissingen te nemen en in te spelen op de situatie. Daarmee wordt het mogelijk om flexibeler en effectiever met moderne, complexe gevechtssituaties om te gaan.
Ridder MWO der vierde klasse
Albert Hoeben
Op 29 augustus 1946 streed Hoeben op Oost-Java als commandant bij kampong Gondang. Met een automatische geweergroep slaagde hij erin een door Indonesiërs verdedigde stelling te veroveren.
Munitie
Zijn groep overmeesterde de Indonesiërs en maakte munitie buit. Korporaal der mariniers Hoeben kreeg bij deze actie drie handgranaten zijn richting uitgeworpen, een van deze handgranaten kwam op de rug van korporaal Hoeben terecht en de andere twee naast hem in de greppel, terwijl er werd teruggeschoten graaide Hoeben de handgranaten naar zich toe en gooide ze terug, waarbij er twee ontploften. Daarna gooide hij er nog een van zichzelf en gebruik makend van het stof dat door de inslagen van de handgranaten opwoei, sprong hij over een dijkje, richtte zijn wapen en schoot een tegenstander dood, een tweede richtte zijn wapen op hem waarna hij deze met de kolf van het geweer op het hoofd sloeg. Op dat ogenblik begon een vijandelijke mitrailleur vanuit een bunker te schieten welke door de manschappen van Hoeben werd beschoten. Korporaal Hoeben gooide een toegeworpen handgranaat in de bunker waarna het pleit was beslecht.